Feyenoord herdenkt vandaag (maandag) Coen Moulijn, die precies tien jaar geleden op 73-jarige leeftijd overleed. Begin 2016, vijf jaar na het overlijden van de grootste Feyenoorder aller tijden, ging de documentaire ‘Coen’ in première. Een docu van 55 minuten, waarin zes oud-ploeggenoten en Gerard Meijer bij elkaar kwamen om gezamenlijk herinneringen op te halen. Ter nagedachtenis aan Moulijn is de documentaire vanaf 19:00 uur terug te zien op het YouTube-kanaal van Feyenoord. Onderstaand stuk stond vijf jaar geleden in Feyenoord Magazine, dat destijds aanwezig was bij de opnames voor een verhaal achter de schermen.
Ineens is het muisstil in café ’t Haantje. De aanstekelijke lach van Henk Schouten klinkt niet meer. Cor van der Gijp vertelt – voor het eerst deze middag – eens geen anekdote. En ook flapuit Guus Haak weet even geen woord meer uit te brengen. Hetzelfde geldt voor Wim Jansen, Reinier Kreijermaat, Eddy Pieters Graafland en Gerard Meijer. Ze zwijgen. Honderduit hebben ze in de anderhalf uur hiervoor verteld over Moulijn, die tussen 1955 en 1972 maar liefst 487 wedstrijden voor Feyenoord 1 speelde, meer dan wie ook. Anekdotes over zijn fantastische ‘korte’ passeerbewegingen kwamen voorbij. Kampioenschappen werden besproken, evenals de grootste successen uit de clubgeschiedenis waar Moulijn een belangrijke rol in had: de winst van de Europacup en de wereldbeker. En als de camera even uitstond, kwamen de smeuïge, niet voor de uitzending geschikte verhalen voorbij. Maar nu de regisseur na een middag vol herinneringen en anekdotes het meest gevoelige onderwerp – de dagen rondom het overlijden van oud-ploeggenoot én vriend – aansnijdt, vallen ze stuk voor stuk stil.
Reinier Kreijermaat is de eerste die de stilte durft te doorbreken. Hij denkt terug aan die dinsdagochtend 4 januari 2011, het moment dat hij hoorde dat Moulijn was overleden aan de gevolgen van een herseninfarct. ‘Gerard Meijer belde me op en zei: ik heb een triest verhaal voor je. Ik gebruik het niet vaak, maar toen heb ik wel even gvd gezegd. Dat geloof ik niet, zei ik. Het was zó’n klap, ook omdat het ook gewoon een echte vriend van me was.’
Schok voor iedere Feyenoorder
Gerard Meijer: ‘Het was een schok voor iedere Feyenoorder. Niemand geloofde het. Guus (Haak, red.) had mij gebeld om te vertellen wat er aan de hand is. Ik ben veel mensen gaan bellen om het slechte nieuws over te brengen, maar eigenlijk geloof je het niet. Dat grijpt je zo aan, dat is niet na te vertellen. Toen ik in 1959 begon als verzorger was Coen er al. In zijn laatste jaren kwam ik hem bijna dagelijks tegen in De Kuip. Dan zei ie: ‘Hé Meijertje, rustig aan hè, want je wordt een ouwe lul. Stop er nou eens mee man!’ En dat is dan ineens over.’
Cor van der Gijp schraapt zijn keel. De 84-jarige clubtopscorer aller tijden is doorgaans de nuchterheid zelve en niet zo snel onder indruk. Maar nu hij deze foto’s in zijn handen heeft, zoekt hij naar woorden. Wat hij ziet ontroert hem. Een lijkwagen vol met bloemen. Supporters die met fakkels op de Erasmusbrug staan om de clubheld te eren. Een volle Coolsingel, de auto die voor het stadhuis even is gestopt. ‘Zo’n eerbetoon verdiende de man volledig’, is het enige dat Van der Gijp uit kan brengen over zaterdag 8 januari, de dag waarop Rotterdam op indrukwekkende wijze afscheid nam van haar zoon. Meijer: ‘Ik zat voorin de bus, goh, als je zag hoeveel mensen er stonden… Onvoorstelbaar.’
Henk Schouten schudt zijn hoofd. Van ongeloof. ‘Dit was gewoon uniek. Jonge mensen die hem nooit hebben zien spelen hè, die stonden te janken, op de Erasmusbrug. Ze stonden te huilen, jonge mensen, hè… Ze kenden de naam Moulijn, maar ze hadden ‘m nooit zien spelen. Later sprak ik nog de man die de lijkwagen bestuurde. Die zei: dit heb ik van m’n leven nog nooit meegemaakt. Hij moest gewoon stoppen omdat de mensen op de wagen stonden te slaan. Zoiets gaan we nooit meer meemaken met z’n allen.’
Grootste Feyenoorder aller tijden
‘Dat zegt hoe uniek hij is geweest als Feyenoorder’, zegt Wim Jansen. ‘Voor mij is hij de grootste Feyenoorder aller tijden. Ook nadat hij wat meer geld ging verdienen als voetballer bleef hij een pure liefhebber. Dat vond ik prachtig om te zien.’ Kreijermaat: ‘Maar het was ook een fantastisch mens. Ook na zijn carrière vond ik Coen een echte persoonlijkheid.’ Guus Haak: ‘Ik ben regelmatig met hem op vakantie geweest. Waar we ook waren, hij werd overal herkend. Stonden er ineens weer tien Nederlanders om onze tafel voor een foto of een handtekening. Die mensen trad hij met heel veel warmte tegemoet. Die man had zó’n sociaal karakter, dat vond ik echt bewonderenswaardig.’ Schouten: ‘En opscheppen was er niet bij hè, daarom mocht iedereen hem ook zo.’ Meijer: ‘Hij was heel bescheiden.’ Schouten: ‘Ja, heel, heel bescheiden, ja.’
Van der Gijp: ‘Daarom moeten wij maar zeggen hoe goed hij was. Ik weet zeker dat ik zonder Coen nooit zoveel goals zou hebben gemaakt. De man had een fantastische passeerbeweging, dat weet iedereen. Maar ook tactisch en communicatief was hij heel sterk. Hij zei tegen mij: als ik recht achter de bal loop, verwacht dan geen voorzet bij de tweede paal. Die kun je namelijk niet geven als je recht achter de bal loopt. En zijn traptechniek… Goh, die was ook ongekend.’
Vergelijkbaar met Messi en Ronaldo
Jansen: ‘Het was een eer om met die man te mogen voetballen. Als ik de bal had, dan was het vaak een kwestie van inleveren bij Coen. Dan wist je dat het goed kwam. Coen is zonder twijfel de beste linksbuiten met wie ik ooit gespeeld heb.’ Van der Gijp: ‘Ik durf zelfs te zeggen dat hij op het hoogtepunt van zijn carrière de beste linksbuiten ter wereld was. Vergelijkbaar met Messi en Ronaldo nu.’
Het laatste woord is voor Henk Schouten, zijn beste vriend: ‘Het is misschien heel gek, maar het is nu bijna vijf jaar geleden en toch mis ik die man iedere dag. Feestjes, de Feyenoord-reünie… Ze zijn anders zonder Coen. Bijna elke dag denk ik: waar is Coentje nou? Dan wil ik ‘m een mop vertellen of iets met hem delen. Maar dat kan helaas niet meer. Dan denk ik maar aan alles wat we hebben meegemaakt. We hebben weinig verdiend, maar veel gewonnen en gelachen. Ik ben blij dat ik zo’n fantastische jongen als ploeggenoot en vriend heb mogen hebben.’