Brian Priske siert de cover van het eerste Feyenoord Magazine, dat deze week op de mat valt bij alle leden van Het Legioen. Als voetballer was hij een teamplayer, als nieuwe hoofdtrainer van Feyenoord is dat niet anders.
Brian Priske heeft er al een behoorlijke werkdag op zitten op trainingscomplex 1908 als hij deze dinsdag tegen het einde van de middag aanschuift achter het bureau van zijn kantoor en een flesje water opendraait. Ook vandaag is hij om 7 uur ’s ochtends door de toegangspoort gereden, straks zal hij aan het begin van de avond als een van de laatste zijn auto het terrein af rijden. Het zijn lange dagen, al is hij dat nauwelijks anders gewend in de ruim vijf jaar dat hij inmiddels als hoofdtrainer actief is. Hij gelooft in de kracht van hard werken en eindigt zijn werkdagen pas op het moment dat hij het gevoel heeft dat hij genoeg heeft gedaan, ook als dat betekent dat hij in de avonduren nog met voetbal bezig is.
Wat helpt is dat Priske een man is van routines. Als het even kan, gaat hij niet later dan tien uur ’s avonds naar bed, ’s ochtends gaat de wekker standaard om zes uur.
Als voetballer was Priske al niet vies van hard werken. Als verdediger speelde hij voor onder meer KRC Genk, Portsmouth en Club Brugge, terwijl hij bovendien 24 keer uitkwam voor het Deens elftal. ‘Dat zijn voor mij grote prestaties geweest, omdat ik niet de meest getalenteerde speler was’, vertelt hij, nadat hij een paar slokken water heeft genomen. ‘Ik denk dat ik mijn carrière als voetballer vooral te danken heb aan hard werken, toewijding en de absolute wil om het beste uit mezelf te halen.’
Wat vond u het mooiste aspect van het leven als voetballer?
‘Op de eerste plaats de kleedkamer, de teamspirit, de mentaliteit van samen zijn en samen iets bereiken. Dat koester ik nog steeds in mijn huidige werk, om samen met andere mensen aan een doel werken, samen te winnen en ook te verliezen. Daarnaast ben ik dankbaar voor alles wat ik dankzij het voetbal heb meegemaakt. Ik heb veel van de wereld gezien, verschillende culturen leren kennen en grote wedstrijden mogen spelen. Daar heb ik heel erg van genoten.’
Toen u in 2011 stopte als voetballer had u niet direct het idee om trainer te worden. Hoe zag u het leven verder voor zich vanaf dat moment?
‘Ik ben gestopt op mijn 34ste, toen ik nog onder contract stond bij IK Start in Noorwegen. Ik woonde daar apart van mijn gezin, daarom keek ik er vooral naar uit om terug te keren naar huis en meer tijd door te brengen met mijn familie. Qua werk had ik op dat moment geen grote plannen, maar ik kreeg al vrij snel het aanbod om assistent-trainer te worden bij FC Midtjylland. Dat kwam voor mij als een verrassing, maar het was een mooie manier om te gaan uitvinden of ik trainer wilde worden.’
Werd u uiteindelijk ook snel gegrepen door het trainersvak?
‘Ja, daar was niet veel tijd voor nodig. Vanaf mijn eerste dag als assistent kreeg ik veel verantwoordelijkheid. Ik was de enige trainer bij het eerste elftal met een achtergrond als speler (Priske was een jaar voor zijn aanstelling als speler actief voor Midtjylland, red.), maar ik heb me vanaf het begin af aan heel dienstbaar opgesteld, omdat ik wist dat ik het vak nog moest leren.’
U werd onder meer specialist in standaardsituaties.
‘Dat was een van de gebieden waarop ik me ging focussen, vooral nadat Matthew Benham in 2014 de nieuwe eigenaar was geworden van Midtjylland. Hij had heel eigen ideeën over voetbal, waarin bijvoorbeeld data en het belang van standaardsituaties een grote rol spelen. Dat hielp mij ook om me op die gebieden verder te ontwikkelen. We gingen bijvoorbeeld veel meer op standaardsituaties trainen, spraken er veel over in meetings en bedachten nieuwe ideeën. In mijn eerste seizoen als hoofdtrainer van de club, 2019-2020, scoorden we uiteindelijk zo’n 25 keer uit standaardsituaties. Mede daardoor werden we kampioen. Uiteindelijk gingen de spelers elke wedstrijd in met het idee: ook vandaag gaan we weer scoren uit een standaardsituatie.’
Midtjylland stond toen al langer bekend als een vooruitstrevende club, bijvoorbeeld qua gebruik van data. Voelde u zich gelijk thuis in die omgeving?
‘Ja, zeker. De manier waarop we wedstrijden analyseerden en evalueerden was totaal anders dan bij alle andere clubs die ik in mijn carrière had meegemaakt. Toen ik daar middenin zat, realiseerde ik me nog niet echt wat die ontwikkeling betekende, maar als ik terugkijk zie ik wel dat wij op bepaalde gebieden voorlopers waren. Dat was te danken aan Matthew Benham (tegenwoordig eigenaar van Brentford FC, red.) Ik weet zeker dat er andere clubs waren die om ons lachten als wij het hadden over zoiets als Expected Goals (een statistische maat voor het verwachte aantal doelpunten van een team in een wedstrijd, op basis van onder meer het aantal gecreëerde kansen, red.) of Justice Table (een ranglijst op basis van het verwachte aantal punten per ploeg aan de hand van statistieken, een goede graadmeter voor sportief succes in de toekomst, red.) Ik denk dat die mensen niet volledig begrepen dat die data voor ons een manier waren om wedstrijden te analyseren zonder dat de emotie over het resultaat daar een rol in speelde. Ik vind dat nog steeds een heel interessant aspect van het voetbal: het is zó emotioneel, waarbij uiteindelijk alles draait om de resultaten. Ik denk alleen dat het als coach belangrijk is om de emoties en de pure feiten uit elkaar te houden.’
Wat betekent dat voor u in de praktijk?
Glimlachend: ‘Als ik die scheiding tussen emoties en feiten niet zou kunnen maken, zouden mijn dagen als trainer waardeloos zijn. Daarom zijn de data voor mij een geweldig gereedschap. Kijk bijvoorbeeld naar onze eerste competitiewedstrijd tegen Willem II. Iedereen was na die wedstrijd logischerwijs boos en teleurgesteld vanwege het resultaat: 1-1. Maar als je kijkt naar de data van die wedstrijd, was er maar één team dat had moeten winnen, op elk onderdeel was Feyenoord de betere ploeg.
Die data gaven mij na die wedstrijd ook het gevoel dat we op de goede weg waren. Soms ben je alleen ongelukkig, zoals bij dat ene moment voor ons doel waaruit de gelijkmaker viel. Daardoor gingen we met een heel ander gevoel naar huis dan wanneer het 1-0 was gebleven. Het is mijn taak als hoofdcoach om na zo’n wedstrijd aan de spelers duidelijk te maken: blijf kalm, bekijk de dingen vanuit het juiste perspectief, niet alleen vanuit emotie.’
Lees het volledige interview met Brian Priske in Feyenoord Magazine. Ook elke editie van het officiële clubmagazine ontvangen? Sluit je dan aan bij Het Legioen.