Mats Wieffer betrad woensdagavond een voor hem speciaal stadion. Op het veld van Stadio Olimpico in Rome maakte de middenvelder begin september zijn officiële debuut voor Feyenoord, als invaller tijdens het uitduel met Lazio in de groepsfase van de Europa League. Zeven maanden later keert hij terug als Oranje-international en kan hij zich met Feyenoord plaatsen voor de halve finales van het toernooi, wat alles zegt over het bijzondere verloop van het seizoen. ‘Het is snel gegaan’, concludeerde Wieffer met een glimlach.
Eigenlijk is alleen het stadion hetzelfde, weet ook Wieffer als hij vooruitkijkt naar donderdagavond. De tegenstander, de omstandigheden, zijn eigen status en die van Feyenoord; bijna alles is anders dan in september. ‘Als team waren wij toen pas net bij elkaar. Ik had toen nog geen wedstrijd in de Eredivisie gespeeld en viel twintig minuten voor tijd in. Nu zijn we veel beter op elkaar ingespeeld en echt een team.’
Inmiddels is Wieffer niet meer weg te denken uit het elftal van Feyenoord. Toch moet de middenvelder oppassen dat hij een eventuele volgende wedstrijd in het toernooi niet moet toekijken, aangezien hij op scherp staat en bij een gele kaart geschorst is. ‘Daar heb ik niet zo’n last van’, reageerde de eenmalig international desgevraagd. ‘Als ik morgenavond in het belang van het team een gele kaart moet pakken, pak ik ‘m gewoon.’
Wieffer verwacht een moeilijke wedstrijd in Rome, ondanks de 1-0 overwinning in Rotterdam van vorige week. ‘Daardoor moeten zij misschien iets meer komen’, sprak de middenvelder tijdens de persconferentie naast Arne Slot. ‘We weten hoe sterk ze zijn, vooral met standaardsituaties. Zelf ben ik 1.90 meter lang, maar toen ik vorige week naast me keek zag ik bij hen alleen maar spelers die minimaal net zo lang zijn. Het wordt lastig, maar we zullen er vol voor gaan.’